Ik laat bijvoorbeeld telkens 2 of 3 draden "achter" om weer een nieuwe natuurlijke vertakking te maken, terwijl de stam naar boven toe steeds dunner wordt. Voor een N-schaal boom verdeel ik de draden in groepen van 2 a 3 draden.
Bij het vormgeven van de boom zal je merken dat sommige draden te lang zijn. Je hoeft deze niet af te knippen, maar vouw en draai deze terug met een lus, zodat je hiervan weer meerdere takken kan maken. Als dit de boom ten goede komt natuurlijk. Experimenteer zelf gewoon naar wat je het lekkerst vind werken.
Zodra je de boom enigszins in de rudimentaire vorm hebt gevouwen en gedraaid is het een kwestie van solderen van de vertakkingen van het draad. Smeer de vertakkingen in met S39, zodat het soldeertin goed kan doorvloeien in het draad. Voor dit werk gebruik ik het goedkoopste soldeertin wat ik kon vinden.
Uiteindelijk kom je aan het einde van je takken, al dan niet in de vorm van een lus. Knip deze af, zodat een natuurlijk uiteinde ontstaat. Vooral met lussen is het slim om eerst te solderen voordat je de lus doorknipt. Aangezien de lus is teruggevouwen kan één van de uiteinden loskomen.
Een paar keer kwam het voor dat ik te weinig draad had om genoeg vertakkingen te maken. Pak dan 1 of meer losse draden en draai deze in de "hoofdvertakking". Je kan hier eventueel iets dunner draad voor pakken.
Ik geef toe dat dit wel weer erg perfectionistisch is, maar als je toch zit te neuzelen kan je het net zo goed gelijk goed doen :-)
Voor bomen die op een prominente plaats op de baan komen is het de moeite wel waard. Voor een boom die achter in een bos komt te staan ga je natuurlijk iets minder perfectionistisch te keer.
Takken groeien over het algemeen (schuin) naar boven. Ook al zijn de takken gesoldeerd, je kan nogsteeds de takken en de uiteinden verbuigen met een tangetje. Verbuig en modelleer net zolang totdat je tevreden ben met de basis voor je boom.
Stam en takken net even anders
Tijdens het maken van (heel veel) bomen voor mijn project Valweg besloot ik om de basis van een wat grotere boom eens met het dikste draad te maken dat ik had liggen. Voornamelijk om tijd te besparen. Grote draden, snel thuis dus.
Ik moest de 4 basisdraden in elkaar draaien met een tang, want met de hand ging dit amper. De spijker solderen ging prima. Ik heb de 4 draden gesplitst in 2 grote zijtakken en deze ook weer in elk 2 zijtakken. De middelste stam heb ik rechtop in het centrum gewrikt.
Vervolgens heb ik met dunner draad kleinere takken gemaakt, op de uiteinden en halverwege de grote vertakkingen. Ik heb de draden waar dit mogelijk was tussen de windingen doorgetrokken. Op plekken waar dit niet kon heb ik ze er omheen gewikkeld.
Op de uiteinden heb ik al een beetje in elkaar gedraaid draden zo goed en zo kwaad als dat kon vastgedraaid. Vervolgens heb ik alle raakvlakken en splitsingen gesoldeerd, zodat deze gefixeerd werden.
Daarna heb ik de kleine draden in elkaar gedraaid, op de manier zoals ik de kleinere bomen uit kleiner draad maak. Vertakken, draaien, weer vertakken en nog meer draaien.
Uiteindelijk had ik een realistische boom die ik niet perse sneller in elkaar had gezet (misschien ietsje). Ik moest alleen nog wel de stamdiktes nog wat gelijktrekken met het aanbrengen van de schorspasta.
De schors
Voordat je aan je schors begint moet je even een laatste keer de vorm van je boom bekijken. De takken zijn nu nog prima te verstellen als dit nodig is. Nadat je de schors hebt aangebracht kan dit nog wel een beetje, maar je moet het niet te gek maken. De schors kan dan beschadigen. Ik gebruik mijn bankschroefje, maar je kan de bomen ook in een stuk piepschuim prikken.
De schorspasta van opgeloste DAS-klei kan je aanbrengen met een kwast. De DAS-klei op voorhand op kleur brengen met zwarte of bruine verf op waterbasis heeft mijn voorkeur boven het achteraf verven. Het is minder werk en het bespaart extra droogtijd.
Let er hierbij op dat je de klei goed dekkend aanbrengt. Al het glimmende koper/soldeertin moet onzichtbaar zijn. Let er ook op dat je de kleimassa voldoende dik aanbrengt, zodat je de windingen van het draad camoufleert. Ook de koperen uiteinden kan je even aantippen. Deze worden hierdoor niet helemaal bedekt, maar worden wat matter. Meestal behandel ik elke stam 2 keer voor een dekkend resultaat. Soms zelfs meer keren.
Opgedroogde verdunde kleipasta geeft een hele natuurgetrouwe matte aanblik na het drogen. Als je een echte perfectionist ben kan je hier nog wat variatie in aanbrengen, door de stam nog af te werken met strooisel, klei(stof) en/of zand(stof). Ik sla deze stap vaak over. Ik vind de bomen natuurlijk genoeg. Stel dat je toch voor absolute perfectie gaat zijn er 2 manieren om verder te gaan:
1. Je strooit direct de turf, de klei(stof) en/of het zand(stof) op de nog natte klei. Je moet wel een beetje opschieten, omdat de opgeloste klei snel droogt. Voordeel van deze methode is dat je wat droogtijd bespaart. Nadeel is dat het turf/stof niet altijd even goed hecht. Als je met het turf/stof alleen wat kleurvariaties wil aanbrengen is dit niet zo'n probleem.
2.
Je laat de klei een nachtje laten drogen en dan werk je de schors af. Als de stam droog is kan je eventueel altijd nog wat bijkleuren. Voorzie je de stam van spuitlijm. Strooi nu de turf, de klei(stof) en/of het zand(stof) over de stam. Je kan de turf enzovoort ook in een speciale bus gooien. Gooi de natte boom in de bus en even schudden. De bus-methode werkt het best als je de boom flink wil bedekken. De strooimethode werkt het beste als je wat subtiele kleurvariaties wil aanbrengen.
Ik laat de boom nu even met rust om te drogen tot de volgende stap. De volgende stap is het voller maken van de boom met zeegras of foliage, afhankelijk van de soort boom die je probeert te maken.
De bladeren (zeegras met strooisel)
Plaats het zeegras op en tussen de takken zonder lijm. Dit is friemelwerk en het gaat soms het beste met een pincet. Duw het zeegras tussen de takken en maak je geen zorgen dat het er nu nog wat onnatuurlijk uit kan zien. Na het strooien zie je dit niet meer.
Je moet het zeegras dus nog wel even afwerken met strooigoed, aangezien het zeegras een voor bomen onnatuurlijk kleurtje heeft. Spuit de boom en het zeegras in met spuitlijm nadat je het zeegras heb geplaatst.
Stooi nu de gewenste kleuren over de boom. Het beste resultaat geeft het mengen van diverse kleuren strooigoed. Je kan het aanbrengen van spuitlijm en strooisel een paar keer herhalen totdat je tevreden ben met de dikte van het bladerdak.
Een beetje spuitlijm is overigens voldoende. Spuit niet een minuut lang de hele boom drijfnat. Als ik met de spuitlijm aan de gang ga gooi ik oude kranten over een stoel en gebruik dat als achtergrond. Je kan hiervoor natuurlijk ook een oude kartonnendoos gebruiken.
Voor het opvangen van strooisel gebruik ik 2 schoenendozen. Als ik een dun laagje strooisel wilde hebben nam ik in eerste instantie wat strooisel tussen mijn vingers en verdeelde ik het voorzichtig over de boom. Nadeel hiervan vond ik dat het strooisel tussen mijn vingers al snel ging klonteren. Misschien lag dit aan het strooisel wat ik gebruik.
Ik gooi nu het strooisel rechtstreeks uit het zakje over de boom en ik vang het dan weer op in een schoenendoos. Daarna gooi ik het overtollige strooisel telkens over van de ene naar de andere doos, met een boom er tussen.
Je kan het inspuiten en strooien net zolang herhalen totdat je tevreden ben. Sommige bomen hebben een dik bladerdak waar je amper doorheen kan kijken. Andere bomen hebben juist een bladerdak waar je makkelijk doorheen kijkt.
Ook hier geldt weer dat je gewoon moet doen wat je mooi vind passen op je baan. Persoonlijk vind ik het mooi de dikte van het bladerdak per boom verschillend te maken. In het echt staan diverse soorten bomen naast elkaar en zijn bomen zelden hetzelfde.
De spuitlijm heeft een lang droogtijd. Zet natte bomen tijdens het drogen niet tegen elkaar, want dan zitten ze aan elkaar vast! Ik spreek uit ervaring :-) Bereid je er overigens op voor dat de boom behandeld met spuitlijm met een dun laagje strooisel een beetje plakkerig blijft, ook al is deze gedroogd.
Na het aanbrengen van de laatste laag strooisel laat ik de boom een tijdje drogen. De buitenste laag strooisel is maar aan 1 kant geplakt. Op zich niet zo erg, maar soms willen er nog wel eens kleine stukjes strooisel afvallen.
Als laatste spuit ik daarom de boom nog in met een beetje haarlak. Nog een laag spuitlijm als laatste fixatie wordt lelijk. De haarlak geeft net dat kleine beetje meer fixatie. Ook ruikt de boom daarna weer lekker, echter reken niet op een frisse bosgeur net na een regenbui.
De bladeren (clump foliage)
Voor het bladerdak kan je ook kiezen voor clump foliage. Dit zijn grote vlokken samengeperste foliage. Je kan deze nog iets uit elkaar trekken, maar ze zijn bedoeld om als grotere vlokken verwerkt te worden.
Je moet er zeker bij clump foliage op letten dat je er niet te gek veel van plaatst. Het ziet er erg natuurlijk uit als je door de boom heen kan kijken. Ofwel "kijkgaten". Dit geeft een ruimtelijk en natuurgetrouw effect.
De beste manier voor het aanbrengen van deze foliage is eerst het aanbrengen van lijm op de boom en daarna direct de foliage te plaatsen. Ik heb ook geprobeerd om het foliage te plaatsen en daarna deze met spuitlijm te fixeren.
Echter de vlokken bleken na een tijdje toch onvoldoende vast te zitten. De foliage blijft het beste zitten als je de vlokken op de uiteinden van de takken steekt. Daar zijn de koperen uiteinden perfect voor.
Je kan natuurlijk ook grotere plukken tussen (de uiteinden van) de takken klemmen. Belangrijk is natuurlijk wel dat er geen glimmende koper delen zichtbaar zijn. Maar als het goed is zijn deze bij het aanbrengen van de schorspasta voldoende gecamoufleerd.
Spuitlijm
De snelste methode voor het aanbrengen van foliage is de stam inspuiten met spuitlijm en vervolgens direct de plukken foliage erin drukken.
Spuitlijm is erg plakkerig, dus de foliage blijft gelijk goed zitten. Mochten sommige plukken toch nog niet goed genoeg blijven plakken, kan je met de spuitbus nog kleine stukjes van lijm voorzien. De Bison spuitlijm die ik gebruik kan hele kleine tufjes lijm geven.
Witte houtlijm
Een manier die ook goed werkt (misschien wel beter) is de uiteinden van de takken insmeren met witte houtlijm en hier de vlokken op prikken. Ook hier kan je de vlokken eventueel nog klemmen tussen de uiteinden.
Na het prikken en klemmen druppel ik nog wat verdunde witte houtlijm met een pipet op in de vlokken zodat deze nog wat witte houtlijm opnemen. Dit droogt toch transparant op. Voordeel hiervan is dat de vlokken nog veel steviger op de boom vast komen te zitten.
Bij het miniboompje wat ik als voorbeeld heb gebruikt was dit goed te doen. Bij een grotere boom waren de vlokken groter en heb ik alleen die stukken bedruppeld die dicht bij de takken zaten.
Extra kleuraccenten
Je kan de boom nog extra kleuraccenten geven met strooipoeder. Wees hier echter voorzichtig mee en kies een strooisel wat niet al te veel afwijkt van de basiskleur van de clump foliage. Donkere clump met licht strooisel ziet er erg onnatuurlijk uit.
Op de foto hiernaast zie je net hele kleine spikkeltjes van een andere kleur groen. Dit kan een leuk effect geven, mits spaarzaam toegepast.
|